Roetersstraat

Roetersstraat 2

Levie Beugeltas (1870) trouwt in 1896 met Margaretha Rine (1875). Zij krijgen vier dochters, zes zoons en 18 kleinkinderen. Twee kinderen sterven jong: Arnold Beugeltas (1904 – 1908) en Judith Beugeltas (1911-1913).

Als ongeschoold arbeider verdient Levie de kost afwisselend als kruier, diamantslijper en sigarenroller, maar het valt nooit mee om het gezin te onderhouden. Door de onregelmatige inkomsten zijn ze aangewezen op de huur van slechte woningen in de oude jodenbuurt en wordt er regelmatig verhuisd als de huurachterstand te groot is geworden of de huizen zo vervallen zijn dat ze gesloopt moeten worden. De woonomstandigheden zijn zo ongezond dat het hele gezin in 1909 getroffen wordt door tuberculose. Er moet een jaar gekuurd worden in het joodse sanatorium Beth Refouah (huis der genezing) aan de Mauritslaan in Hilversum.

Vanaf 1910 strijkt de familie neer in de Rapenburgerstraat en blijft er in wisselende samenstelling wonen tot 1935. Als Margaretha in 1916 op veertigjarige leeftijd ooverlijdt is dat een zware klap voor de familie. De oudste nog thuiswonende dochter Schoontje neemt de taken van haar moeder over, maar uiteindelijk moeten twee kinderen uit huis worden geplaatst : mijn oma Rebecca wordt op negenjarige leeftijd kosteloos opgenomen in het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht en haar jongste broer, Joseph, wordt opgenomen in het tehuis van de Berg-stichting in Laren. Kosteloos betekende: uit liefdadigheid, en hield voor meisjes meestal in dat zij in de huishouding van het weeshuis aan het werk werden gezet.

Anti-joodse maatregelen

In 1935 verhuist Levie mee met Schoontje en haar man Philip naar het Waterlooplein. In januari 1938 krijgt hij een plek in het Gemeentelijk Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen, het voormalige armenhuis aan de Roetersstraat (nu: Dr. Sarphatihuis). Door de anti-joodse maatregelen tijdens de bezetting moeten alle joodse bewoners een plek zoeken in joodse instellingen en op 31 december 1941 neemt Levie, samen met 18 andere joodse senioren, zijn intrek in het pension van Hijman Kool op Rapenburg 98.

Op 5 september 1942 wordt Levie hiervandaan naar Westerbork gebracht en twee dagen later op transport gesteld naar Auschwitz. Daar wordt hij bij aankomst op 10 september vermoord. Levie is 71 jaar oud geworden.


Roetersstraat 2 ca. 1941: zijgevel van het Gemeentelijk Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen, met de gemeenschappelijke tuin aan de Nieuwe Prinsengracht. In ruil voor kost en inwoning moesten de bejaarden aan de slag in de werkplaats waar opdrachten van de overheid en van het bedrijfsleven werden aangenomen. (foto: Stadsarchief Amsterdam/Jaap Kaas)
Ingang Gemeentelijk Verzorgingshuis voor Ouden van Dagen met portiersloge, waar de bezoekuren stonden aangekondigd. (foto: Stadsarchief Amsterdam/Persdienst Fotovaria)
Maart 1890: Keuring militaire dienst. Van Levie bestaat geen foto maar slechts dit signalement. (bron: Stadsarchief Amsterdam)
Op 12 augustus 1896 worden in de choepoth (de lijsten van de huwelijksinzegeningen), de gegevens van Levie en Margaretha bijgeschreven.
Mei 1924 Rapenburgerstraat 36-34: Het gezin Beugeltas woonde van 1910 tot 1926 in het onderhuis van nr. 34, rechts onder de trap. Daarna werd verhuisd naar het naastgelegen pand, op nr. 32-I achter. Op de gevelsteen van nr. 34 staat: Saadat Zekeniem 1792, gaarkeuken voor bejaarden. (foto: Stadsarchief Amsterdam/C.F. Jansen)
Rapenburgerstraat 40-26: Boven in 1924 en rechts in 1955, met zicht op de achterzijde van Rapenburg aan de Markengracht. (foto’s: Stadsarchief Amsterdam)

Verhuizing bejaarden uit de Roeterstraat naar nieuwbouw ‘Flevohuis’ bij de Schellingwouderbrug in december 1971. (bron: Polygoonjournaal uit het Open Beelden project van Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid)